Openbare verlichting om verkeersongevallen en wegversperringen te voorkomen
De openbare verlichting wordt beschouwd als een relatief goedkope interventie die het potentieel heeft om verkeersongevallen te voorkomen. Openbare verlichting kan het visuele vermogen van de bestuurder en het vermogen om gevaren op de weg te detecteren, verbeteren. Er zijn echter mensen die geloven dat openbare verlichting een negatieve invloed kan hebben op de verkeersveiligheid, en dat automobilisten zich veiliger kunnen "voelen" omdat verlichting hun zichtbaarheid kan vergroten, waardoor hun snelheid toeneemt en hun concentratie afneemt. Deze systeembeoordeling is bedoeld om te beoordelen hoe openbare verlichting verkeersongevallen en gerelateerde verwondingen beïnvloedt. De auteurs doorzochten alle gecontroleerde proeven om de effecten van nieuwe openbare en donkere wegen te vergelijken, of om straatverlichting en reeds bestaande verlichtingsniveaus te verbeteren. Ze vonden 17 gecontroleerde voor- en nastudies, die allemaal werden uitgevoerd in landen met een hoog inkomen. Twaalf studies onderzochten de impact van nieuw geïnstalleerde openbare verlichting, vier verbeterde lichteffecten en een andere bestudeerde nieuwe en verbeterde verlichting. Vijf van de onderzoeken vergeleken de effecten van openbare verlichting en individuele regionale regelingen, terwijl de overige 12 gebruik maakten van dagelijkse regelgegevens. De auteurs waren in staat om gegevens over overlijden of letsel in 15 studies samen te vatten. Het risico op bias in deze onderzoeken wordt als hoog beschouwd. De resultaten laten zien dat openbare verlichting verkeersongevallen, verkeersslachtoffers en doden kan voorkomen. Deze bevinding kan met name interessant zijn voor lage- en middeninkomenslanden, omdat hun beleid inzake openbare verlichting onderontwikkeld is en de installatie van geschikte verlichtingssystemen niet zo gebruikelijk is als in hoge-inkomenslanden. Er is echter verder goed opgezet onderzoek nodig om de effectiviteit van openbare verlichting in lage- en middeninkomenslanden te bepalen.